DE BELGISCHE SCOP

PARTICIPATIE EN BEGINSELEN

IN BELGIË

SCOP staat voor Société COopérative et Participative oftewel coöperatieve en participatieve vennootschap. Het gaat niet om een vennootschapsvorm zoals in Frankrijk wel het geval is, maar om een bedrijfsmodel dat stoelt op een participatief bestuur en management waarin de leden van de Union des SCOP Wallonie-Bruxelles zich herkennen.

Zij hebben de 4 beginselen van de Belgische Scop vastgelegd met de bedoeling om de macht in handen te leggen van de werknemers en het algemene belang voorop te stellen bij de bedrijfsvoering.

PARTICIPATIEF BESTUUR EN MANAGEMENT

Net als hun Franse collega’s geloven de Belgische Scop's sterk in de capaciteiten van elke werknemer om, ongeacht diens opleidingsniveau of kwalificaties, deel te nemen aan het bestuur van het bedrijf.

In de praktijk vertaalt dit zich in een participatief bestuur: de Scop's betrekken hun werknemers bij belangrijke beslissingen door hen een stem te geven binnen de algemene vergadering, de raad van bestuur of andere overlegorganen.

Tegelijkertijd zetten ze in op participatief management waarbij de competenties van elke werknemer erkend worden, er voortdurend overleg wordt gepleegd met het personeel en er procedures gehanteerd worden voor de delegatie van bevoegdheden.

4 BEGINSELEN

HET EERSTE BEGINSEL

HET KAPITAAL IS HOOFDZAKELIJK IN HANDEN VAN DE WERKNEMERS-VENNOTEN.

In grote lijnen betekent dit dat minstens de helft van de vennoten ook werknemer is. Daarom wordt elke werknemer aangespoord om vennoot te worden. Dit kan gebeuren op vrijwillige dan wel verplichte basis zoals bij respectievelijk Grignoux of Damnet. Soms staan er externe vennoten aan hun zijde zoals bij Ethiquable. Het kapitaal varieert in functie van het aantal vennoten dat er bijkomt of vertrekt.

Binnen de algemene vergadering, waar de strategische beslissingen genomen worden, heeft elke vennoot een stem of maximaal 10% van het stemrecht. Om te verzekeren dat de werknemers-vennoten minstens 50% van het stemrecht hebben, passen bepaalde bedrijven met externe vennoten zoals Batigroupe een tweekamersysteem toe (een kamer voor alle houders van het kapitaal + een kamer voor alle werknemers-vennoten). Binnen dit systeem is het akkoord van beide kamers nodig om een beslissing goed te keuren.

De werknemers-vennoten kunnen ook zetelen binnen de raad van bestuur om deel te nemen aan de bedrijfsvoering zoals bij Groupe Terre. Het mandaat wordt niet bezoldigd.

De werknemer-vennoot van wie het arbeidscontract wordt stopgezet, kan een externe vennoot worden of kan eventueel het bedrag van zijn aandeel uitbetaald krijgen. Dit was het geval toen Jean-François Coutelier Damnet verliet waarvan hij een van de oprichters is.

HET TWEEDE BEGINSEL 

EEN DEEL VAN DE WINST WORDT TOEGEKEND AAN EEN ONDEELBARE RESERVE

Aangezien deze reserve ‘ondeelbaar’ is, kan het geld niet verdeeld worden onder de vennoten. Wel kan het gebruikt worden om eventuele verliezen te compenseren. Deze reserve wordt geleidelijk aan opgebouwd. Alle winsten worden samen geplaatst tot het eigen vermogen groot genoeg is (d.w.z. dat het minstens 20% van het balanstotaal bedraagt). Vervolgens moet minstens 15% van de winst naar de reserve gaan.

Deze reserve is bedoeld om de toekomst van het bedrijf veilig te stellen door het eigen vermogen te versterken. Dit verhoogt de ontwikkelingskansen van het bedrijf en zorgt voor meer weerbaarheid in tijden van crisis. Tussen 2008 en 2012, in volle financiële en vervolgens economische crisis, werd hun 5-jarig overlevingspercentage door de CG SCOP geraamd op 66,1% terwijl dit bij de klassieke bedrijven slechts 50% was!

HET DERDE BEGINSEL

EEN DEEL VAN DE WINST WORDT TOEGEWEZEN AAN DE WERKNEMERS.

Natuurlijk is dit gelinkt aan de resultaten van de Scop en gebeurt dit pas nadat een reserve werd opgebouwd van 20% van het eigen vermogen (zie hierboven). De werknemers ontvangen dan minstens 25% van de winst in functie van de tijd die ze gewerkt hebben.

HET VIERDE BEGINSEL

HET RENDEMENT OP HET KAPITAAL IS BEPERKT.

Het bedrag vastgelegd door de Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC-CNC) kan niet overschreden worden. Het gaat momenteel om 6%. Maar dit bedrag kan gecumuleerd worden over een periode van maximaal drie jaar. Bij bijvoorbeeld twee jaren zonder dividend kan het bedrijf het jaar nadien een driedubbele dividend toekennen.

Het bedrijf kan het rendement op het kapitaal echter nooit voorrang geven op de plaatsing in de reserve of het deel van de winst toegekend aan de werknemers. Het bedrag kan dus nooit hoger zijn dan het hoogste bedrag binnen het deel van de winst toegekend aan de werknemers of de ondeelbare reserve.